In de basis bestaat de spaarhypotheek uit een aflossingsvrije geldlening waaraan een spaarverzekering is gekoppeld en zelfs verpand. De waarde die in de spaarverzekering wordt opgebouwd moet aan het einde van de looptijd verplicht worden gebruikt om de hypothecaire geldlening af te lossen. Vanuit deze verplichting is er ook sprake van een groot en interessant voordeel. Dit voordeel heeft betrekking op de rente die men voor de hypothecaire geldlening moet betalen. Deze rente is namelijk exact gelijk aan de rente die wordt uitgekeerd op de aan de geldlening gekoppelde spaarrekening. Over het algemeen levert dit een interessant voordeel op.

 

Maar dit is niet het enige voordeel van de spaarhypotheek. Ook de waardeaangroei in de spaarverzekering levert een extra voordeel op. Deze is namelijk wanneer men in aanmerking komt voor de vrijstelling als geregeld in de KEW vrijgesteld van belasting.

 

Hoewel de spaarhypotheek veel zekerheid biedt is er ook een nadeel verbonden aan deze hypotheekvorm. Dit nadeel komt naar voren in de vorm van de verzekering die deel uitmaakt van deze hypotheekvorm. Van de periodieke premiebetaling wordt namelijk een deel ingehouden om de premie voor een overlijdensrisico verzekering in te houden. Hierdoor zal de opbrengst van de spaarverzekering lager zijn dan verwacht.

 

Om het nadeel van de spaarhypotheek te verminderen is er een bancaire variant van de spaarhypotheek ontstaan. De bankspaarhypotheek. In grote lijnen is deze hypotheekvorm gelijk aan de spaarhypotheek met dien verstande dat de overlijdensrisico verzekering naast de spaarrekening bestaat. Kostentechnisch aantrekkelijker en de samengestelde interest komt hiermee beter tot zijn recht.