De bankgarantie kan worden aangevraagd bij de geldverstrekker die de hypothecaire geldlening gaat verstrekken of bij een garantie instelling. Het voordeel van de garantie instelling als verstrekker van de bankgarantie is dat alle noodzakelijke stukken om de hypothecaire geldlening rond te maken nogmaals worden doorgelopen. De externe garantie instelling vormt hiermee een extra zekerheid dat de hypothecaire geldlening aan de voorwaarden voldoet.
Omdat de bankgarantie voor een bepaalde datum moet worden gesteld en naar de notaris moet worden gestuurd, is er over het algemeen haast geboden bij de aanvraag van de bankgarantie. De bankgarantie wordt uitsluitend afgegeven wanneer aan de voorwaarden is voldaan. Het is daarmee van belang dat tijdens het eerste gesprek met de hypotheekadviseur al duidelijk naar voren komt wat de consument moet doen om de bankgarantie te laten stellen.
Een bankgarantie is niet gratis en het stellen van een bankgarantie brengt kosten met zich mee. Deze kosten worden bij de aanvrager van de garantie in rekening gebracht en zijn wanneer de aankoop van de woning doorgaat aftrekbaar als kosten voor de werving van een eigen woning.
Problemen kunnen ontstaan wanneer de bankgarantie gesteld is maar de hypothecaire geldlening onverhoopt geen doorgang kan vinden én het financieringsvoorbehoud uit de koopovereenkomst is verlopen. Wanneer dit gebeurd, dan is de koper van de woning 10% van het aankoopbedrag van de woning verschuldigd. Hoewel de garantie instelling zich garant stelt voor deze 10%, zal zij een vordering krijgen op de koper van woning. Het is hiermee een noodzaak de fatale termijnen en de haalbaarheid van de financiering goed in de gaten te houden.