Een eigenwoningbezitter heeft in de meeste gevallen een geldlening afgesloten om deze woning aan te kopen. Vanuit de gedachte het eigenwoningbezit te stimuleren hanteert de overheid een regel dat rente over de lening die gebruikt is voor de aankoop, verbetering of verbouwing van de eigen woning, aftrekbaar is tegen het tarief van de inkomstenbelasting. Dit gegeven maakt het berekenen van de netto woonlasten een persoonsgebonden berekening. Niet altijd even makkelijk.
Alles begint bij de hoogte van de hypothecaire geldlening en de bijbehorende te betalen hypotheekrente. Dit vormt de basis van de woonlasten. Naast deze rente is er vaak ook sprake van premie die moet worden betaalt voor een overlijdensrisico verzekering. Deze premie geeft een dekking in geval van overlijden. Dit is vaak noodzakelijk omdat enerzijds erfgenamen niet met een restschuld zouden mogen achterblijven en anderzijds en niet minder belangrijk omdat de bank dit als een eis voor hypotheekverstrekking heeft. Als derde onderdeel van de woonlast komt de aflossing naar voren. Deze aflossing heeft betrekking op de methode die u hanteert om de lening af te lossen. Dit zal immers ooit, in de toekomst moeten gaan gebeuren.
Deze kosten bij elkaar opgeteld vormen de woonlasten. Maar er kunnen enkele voordelige fiscale regels op uw situatie van toepassing zijn. Deze regels zijn volledig persoonsgebonden en afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Een erkend hypotheekadviseur kan u hier meer over vertellen omdat de berekening niet zo maar even te maken is.