In het verleden was de executiewaarde in de meeste gevallen een vast percentage van de verkoopprijs van de woning. De taxateur kon wanneer deze de potentie van de woning inzag de waarde al snel waarderen op het niveau waarop dit noodzakelijk om de financiering rond te krijgen. Criticasters geven aan dat de te ruime taxatie door makelaars een van de redenen is dat de vastgoedcrisis is uitgebroken. En dat maakt het inschatten van de executiewaarde zonder de woning gezien te hebben lastig.

 

Voor de crisis was het gebruikelijk de executiewaarde ongeveer op 90% van de vrije verkoopwaarde te plaatsen. Dat was overzichtelijk. Redelijk makkelijk en te doen en soms kon er door een minimale verbouwing zelfs nog een forse verbetering aan de woning worden aangebracht. Met deze verbetering steeg de waarde van de woning ook weer direct en zo kwam het voor dat zelfs meer dan 90% van de vrije verkoopwaarde als executiewaarde gehanteerd kon worden.

 

Wanneer we de geluiden in de markt mogen geloven dan houden steeds meer taxateurs executiewaarden van 75 tot 80% aan. En dat gaat veel mensen in de problemen brengen. Niet dat een oneerlijke waarde moet worden vastgesteld, maar het feit dat deze ingrijpende verandering plaatsvindt is al problematisch.