Geld

Geld als betaalmiddel bestaat al vele honderden jaren. De snelle en ingrijpende veranderingen in de samenleving hebben een bijdrage geleverd aan het huidig geldsysteem waarin de basis van geld als ruilmiddel steeds verder is vervaagd. Geld wordt tegenwoordig gezien als fiduciair. Dit wil zeggen dat het huidig geldsysteem gebaseerd is op vertrouwen. Zowel vertrouwen dat er goederen en diensten mee kunnen worden afgenomen, als vertrouwen waarmee de uitgever garant staat voor de waarde van de geld- en bankbiljetten.

 

 

Lenen

Een onderdeel van het nieuwe geldsysteem is lenen. Bij lenen is sprake van een vertrouwensband. Deze vertrouwensband moet vanzelfsprekend worden getoetst en daarmee bewezen worden.

 

In het verre verleden was lenen alleen mogelijk als er waarde tegenover stond. Een van deze waarden was altijd goud. Toen de goudstandaard werd opgeheven en het fiduciair geldsysteem zijn intrede deed ontstond een situatie waarbij binnen vooraf duidelijke opgestelde regels, geld kon worden bijgedrukt zonder dat hiervoor een bepaalde dekking noodzakelijk was. Geld werd dus 'gemaakt' zonder dat hiervoor onderpand aanwezig was.

 

 

Hypotheken

Het verstrekken van hypotheken gaat een stap verder dan het uitlenen van geld. Bij een hypotheek wordt namelijk een grote som geld door een erkend geldverstrekker aan een particulier uitgeleend. Dit heeft tot gevolg dat een grote schuld aan de geldverstrekker ontstaat. Ter dekking van deze grote lening wil de geldverstrekker de woning in onderpand ontvangen. Dit wil zeggen dat in geval de schuldenaar de rente en aflossing van de hypotheek niet voldoet, dat de geldverstrekker de woning dan zonder pardon mag verkopen.